Een les over respect, identiteit en gedeelde geschiedenis
Afgelopen week mocht ik een bijzondere gastles geven op het mboRijnland in Zoetermeer. Het thema: respect, diversiteit en je eigen verhaal durven vertellen. Een eer, maar ook een verantwoordelijkheid.
Want dit was niet zomaar een les. Dit was een moment waarop ik mijn persoonlijke migratiegeschiedenis mocht delen. Niet alleen als individu, maar als vertegenwoordiger van een bredere geschiedenis — een die vaak wordt vergeten of weggelaten in onze lesboeken.
Een reis in drie hoofdstukken: India – Suriname – Nederland
Mijn roots liggen in India. Mijn voorouders verlieten hun thuisland in de 19e eeuw en kwamen als contractarbeiders naar Suriname. De eerste boot, de Lalla Rookh, arriveerde op 5 juni 1873 in Paramaribo met aan boord de eerste Hindoestaanse migranten. Ze kwamen in de plaats van tot slaaf gemaakte Afrikanen die na de afschaffing van de slavernij in 1863 niet langer gedwongen konden worden te werken op de plantages.
Mijn voorouders werkten hard, onder moeilijke omstandigheden, vaak onder valse beloftes en in een systeem dat hen beperkte in hun vrijheid. Toch bouwden ze mee aan de opbouw van Suriname, zowel economisch als cultureel. En ook na hun contracttijd bleven velen, vormden gezinnen, zetten gemeenschappen op — en hoopten op een betere toekomst voor hun kinderen.
Fast forward naar 1975, toen Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Velen, waaronder ook mijn familie, besloten toen te migreren naar Nederland. Deels uit angst voor politieke instabiliteit, deels vanwege de historische band met het land. Vandaag, 50 jaar later, zijn wij — hun kinderen en kleinkinderen — hier. Geboren, getogen, gevormd.
Maar zijn we ook gezien?
Ondanks het feit dat velen van ons al generaties in Nederland wonen, worden we nog steeds vaak gezien als “de ander”. Als migranten, nieuwkomers, buitenstaanders. Maar hoe kunnen wij nog steeds als ‘nieuw’ worden gezien, als onze geschiedenis zo diep verankerd is in die van Nederland?
Dat was precies de vraag die ik de studenten stelde. Niet om medelijden op te roepen, maar om bewustzijn te creëren. Want respect begint bij het erkennen van het hele verhaal. Ook de hoofdstukken die pijnlijk zijn. Ook de verhalen die niet direct in het collectieve geheugen zitten.
Waarom dit verhaal ertoe doet
Verhalen zoals die van mij en die van zovelen zijn geen voetnoten in de geschiedenis. Ze zijn fundamenten. Ze laten zien hoe verweven onze werelden zijn. Hoe het koloniale verleden direct verbonden is met de diversiteit van vandaag. En hoe jongeren, zoals de studenten die ik sprak, een sleutelrol spelen in het doorbreken van stereotype beelden.
Door mijn verhaal te delen hoopte ik een zaadje te planten. Voor begrip. Voor erkenning. En voor de kracht die schuilt in het kennen van je roots, maar ook in het bouwen aan een gezamenlijke toekomst.




