Feest van de medemenselijkheid

Terugblik op onze bijeenkomst bij Museum of Humanity – Dag van de Mensenrechten

Er zijn van die avonden die geen “event” zijn, maar eerder een soort thuiskomen.
Zo voelde onze bijeenkomst bij Museum of Humanity op de Dag van de Mensenrechten voor mij:
als een feest van de medemenselijkheid.

Ik mocht spreken over één centrale boodschap:

“Mensenrechten zijn haalbaar.”

Niet als perfecte theorie, maar als iets wat begint in het klein:
in hoe we kijken naar elkaar, hoe we praten, hoe we aanwezig durven zijn.

Bekende gezichten, gedeelde grond

Toen ik de ruimte binnenkwam, zag ik meteen zóveel bekende gezichten.
Vrienden, (oud) collega’s, reisgenoten van de afgelopen jaren.
Mensen met wie ik heb gedroomd, gediscussieerd, gehuild en gelachen.

Alleen al dat samenzijn voelde als een statement:

“We hoeven dit niet alleen te dragen.”

Het samen organiseren heeft ons ook dichter bij elkaar gebracht.
We hebben niet alleen een programma gemaakt,
maar ook aan vertrouwen en verbondenheid gebouwd.

Als je het mij vraagt, zit daar al een stukje mensenrechten in:
weten dat je niet in je eentje hoeft te vechten,
maar dat je gedragen wordt door anderen.

Tussen de foto’s: wie kijkt jou aan?

De locatie zelf – Museum of Humanity – sprak de hele tijd mee.
We stonden letterlijk tussen de portretten.

Sommige foto’s keken je recht aan.
Alsof ze vroegen:

“Wat ga jij doen met de vrijheid en veiligheid die jij wél hebt?”

Andere gezichten keken weg.
Je kon hun blik niet vangen.
Soms omdat de foto zo genomen was,
soms omdat er iets ongrijpbaars in hun houding zat.

En dan het besef:
sommige mensen op die foto’s leven misschien niet meer.
Anderen zijn verhuisd, uit beeld geraakt, of – zoals ik hoorde –
zijn bezig hun leven opnieuw op te bouwen.

Ik hoorde over een jonge vrouw op één van de foto’s,
die nu ergens anders haar toekomst probeert vorm te geven.
Niet alleen “een portret”, maar een mens van vlees en bloed,
met zorgen, dromen en kansen.

Op zo’n moment voel je:

“Mensenrechten zijn nooit abstract. Achter elk gezicht zit een verhaal.”

Wat kunnen wíj bijdragen?

Tijdens de bijeenkomst spraken we niet alleen over de grote wereld,
maar vooral over onze eigen rol.

De centrale vraag was:

“Wat kunnen wij, hier en nu, bijdragen aan de mensenrechten?”

Niet morgen, niet als we meer macht of tijd hebben,
maar vandaag – in ons eigen leven.

We raakten onder andere aan deze vragen:

  • Hoe praat ik over “de ander” – thuis, op werk, online?
  • Ben ik bereid te luisteren naar een verhaal dat schuurt met mijn eigen overtuigingen?
  • Durf ik iets te zeggen als iemand wordt weggezet of ontmenselijkt,
    óók als het verpakt is als grap?
  • Hoe kan ik mijn eigen omgeving – gezin, team, buurt, organisatie –
    een beetje veiliger en menselijker maken?

Het mooie was:
niemand kwam met het perfecte antwoord.
Maar er was wél de eerlijkheid om te zeggen:

“Mensenrechten beginnen bij mijn eigen keuzes.”

Samen organiseren, samen groeien

Wat mij erg raakte, was hoe we deze avond samen hebben neergezet.
Met Ruben, Heleen, Vida, Noa, Julia, Fatimazhra en zovele anderen.

Dankzij ieders creativiteit, energie en kwetsbaarheid ontstond er iets dat groter was
dan “een programma met sprekers”. Het werd een oefening in:

  • samenwerken,
  • elkaar de ruimte geven,
  • vanuit vertrouwen dingen proberen,
  • én fouten mogen maken.

Het was letterlijk fris in de ruimte – de temperatuur loog er niet om.
Maar ondanks die kou voelde ik vooral de warmte die we elkaar gaven.

Een warme blik.
Een oprecht “hoe gaat het met je?”.
Een gesprek na afloop waarin iemand zegt:

“Dit raakt me. Ik wil hier iets mee doen.”

Die warmte maakt voor mij het verschil tussen een bijeenkomst en een ontmoeting.

Mensenrechten als dagelijkse praktijk

De titel van mijn bijdrage was: “Mensenrechten zijn haalbaar.”

Ik geloof dat nog steeds.
Niet omdat de wereld zo goed gaat,
maar juist omdat we zélf kunnen kiezen hoe we mens zijn met elkaar.

Een paar zinnen die voor mij die avond samenvatten:

“Mensenrechten worden echt op het moment dat jij en ik
één keuze anders maken dan gisteren.”

“Het zijn niet alleen grote politieke besluiten,
maar ook de kleine beslissingen in onze taal, onze blikken en ons zwijgen.”

Als we blijven oefenen in:

  • één keer wél luisteren,
  • één keer wél iemand uitnodigen die normaal buiten beeld blijft,
  • één keer wél zeggen:

“Jij bent anders dan ik – en tóch hoor jij erbij.”

…dan wordt “mensenrechten” minder een woord op papier
en meer een manier van samenleven.

Een kleine vlam, die mag blijven branden

Als ik terugdenk aan onze avond bij Museum of Humanity,
zie ik geen groot vuurwerk.

Ik zie iets anders:

“Een kleine vlam van medemenselijkheid.”

En misschien is dat precies wat we nodig hebben:
niet één groot vuur dat alles in één keer verandert,
maar heel veel kleine vlammen die weigeren uit te gaan.

Deze bijeenkomst was geen eindpunt.
Het is een uitnodiging om verder te denken, verder te voelen en verder te doen:

  • in onze huizen,
  • op onze werkplekken,
  • in onze online werelden,
  • en in de manier waarop we elkaar blijven opzoeken.

Mensenrechten zijn haalbaar,
zolang we blijven kiezen voor medemenselijkheid –
voor kijken, luisteren, spreken
en soms gewoon: er zijn.

Dank je wel dat je deel bent van dit verhaal.

Share:

Meer....